Hanne werkt voor “Trage Wegen”. Ze stond mee in voor de organisatie van “Gangmakers en Koplopers” van 1 tot 6 juli in Aarschot. Kinderen gingen letterlijk op pad om hun visie te geven over hoe zij hun eigen buurt of wijk zien en beleven. Dit vooral op vlak van mobiliteit en trage wegen: waar gaan ze spelen, waar komen ze niet, waar komen ze graag, waar vinden ze het saai, etc. Als afsluiter van de “Gangmakers- en Koplopersweek”, werd er een tocht georganiseerd voor de ouders en stadsnotabelen. Er werd ook een kaart samengesteld die deze verzamelde info visualiseert.Het project wees uit dat kinderen een grote vrijheid hebben in Aarschot. De kinderen weten waar ze hun gang kunnen gaan en waar ze voorzichtig moeten zijn. Er zijn heel wat plekken waar ze hun behoefte naar avontuur kunnen vervullen. Maar er zijn ook barrières waar ze vastlopen. Dit zijn voor hen ook meteen de saaie plekken, plekken waar het niet leuk is om te zijn.Kinderen voelen zich onterecht schuldig als het gaat om de toren omdat de toren lijdt onder vandalisme en sluikstorten. Ze zouden de toren graag beklimmen en naar de omgeving kijken. Er waren ideeën over een touwenparcours en death rides om het hoogteverschil tussen de toren en de Leuvensesteenweg te overbruggen. Ook de heuvel naast de toren, vormt een speelterrein en maakt de site avontuurlijk en spannend. De begeleiders stelden vast dat er in het stadscentrum al keuzes werden gemaakt voor mobiliteit. Maar ze zien wel veel potentieel in de groengebieden rond de stad: de Demervallei, de ontwikkeling in het noordwesten van Aarschot, de Orleanssite, etc. Er is zoveel potentie om hier een mooie groene ring van te maken. Volgens de begeleiders kan deze ring tot stand gebracht worden door dwarse verbindingen te realiseren loodrecht op de bestaande historische verbindingsassen. Als die aanpassingen voltooid zijn, kan Aarschot een sterke stad vormen, die klaar is om de komende 40 jaar te doorstaan, vertelt Hanne.